instemming van de werknemer
In het ontslagrecht geldt als regel dat een arbeidsovereenkomst met instemming van de werknemer kan worden opgezegd. Maar alleen op redelijke gronden. Én als herplaatsing in een andere functie niet mogelijk is, of niet in de rede ligt. Een werkgever moet dan wel steeds de geldende opzeggingstermijn in acht nemen.
uitzonderingen
De uitzonderingen op die regel zijn:
- beëindiging van de arbeidsovereenkomst door opzegging, met toestemming van het UWV, bij bedrijfseconomische noodzaak,
- beëindiging van de arbeidsovereenkomst door opzegging, met toestemming van het UWV, na twee jaren van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte van de werknemer en;
- in overige – in de wet benoemde – gevallen, ontbinding van de arbeidsovereenkomst te verzoeken (aan de kantonrechter).
In het laatste geval gaat het veelal om omstandigheden of redenen die meer in de persoon van werknemer gelegen zijn. Het ontslagrecht bevat een ‘gesloten stelsel‘ van ontslaggronden. Dat brengt mee dat in beginsel geen ontbinding van de arbeidsrelatie mogelijk is op andere gronden dan die welke in de wet zijn benoemd.
Het mag wel duidelijk zijn dat de uitzonderingen op de regel pas aan de orde komen als de werknemer niet instemt met de beëindiging van de arbeidsrelatie.
grove schets
Het bovenstaande is een heel grove schets van het ontslagrecht. En het op staande voet ontslag om een dringende reden komt daarin ook niet eens voor.
Hoe de ontslagregels in een individuele situatie moeten worden toegepast, is afhankelijk van alle relevante feiten en omstandigheden van het concrete geval. Wij kunnen je daarin adviseren, bijstaan en vaak ook – voor en namens jou – procederen. lees meer…