zomer, vakantietijd
Het is zomer. Vakantie. Lekker volop genieten van zon, zee en strand. Flaneren over boulevards en genieten van al die vrolijke en uitgelaten mensen. Genieten van de vele musea en al die andere bezienswaardigheden. Vrijheid, blijheid overal om je heen. Vrij zijn van alle dagelijkse beslommeringen en vele verplichtingen. Heerlijk toch! Wie is er in deze tijd van het jaar niet aan toe als het kwik oploopt? Jijzelf als werknemer ongetwijfeld ook.

vakantie
In het Burgerlijk Wetboek (BW) vindt je geen omschrijving van wat ‘vakantie’ nu eigenlijk is. Hoewel voor het begrip ‘vakantie genieten’ op zich geen scherpomlijnde maatstaven bestaan, spreekt het vanzelf dat vakantie inhoudt ‘vrijstelling van de verplichting tot het verrichten van arbeid’.
Dat kan zijn voor een langere periode, maar ook voor één dag: een ‘snipperdag’.
aanspraak op vakantie
Er is wel zoiets als een wettelijke aanspraak op vakantie. Als werknemer heb je aanspraak op een minimum aantal vakantiedagen per jaar. Bij wet is bepaald dat je als werknemer over ieder jaar, waarin je gedurende de volledig overeengekomen arbeidsduur recht op loon hebt gehad, ‘aanspraak op vakantie’ verwerft. En wel een ‘aanspraak op vakantie’ ter grootte van ten minste vier maal de overeengekomen arbeidsduur per week.
Uitgaande van een ‘normale’ werkweek van vijf dagen, betekent dit dat je minimaal recht hebt op twintig vakantiedagen over elk dienstjaar.
Als je bijvoorbeeld op 15 februari 2025 bij een werkgever voor vijf dagen per week in dienst bent getreden, dan bouw je dus in de periode tot 15 februari 2026 een minimum-vakantieaanspraak op van twintig dagen.
aanspraak op loon bij vakantie
Als werknemer heb je, tijdens jouw vakantie, recht op doorbetaling van je loon. Of een aanspraak op daarmee gelijkwaardige rechten: in de bouw ‘vakantiebonnen’ genoemd. Die vakantiebonnen worden in dit verband ook als loon gezien.
geen afwijking ten nadele
Van het wettelijk recht op een minimum aantal vakantiedagen per jaar, mag niet ten nadele van jou als werknemer worden afgeweken.
Een afwijking ten voordele van de werknemer mag wel. In veel individuele arbeidscontracten en cao’s zie je ook dat dit gebeurt. Daarin worden in de praktijk veelvuldig vakantieaanspraken overeengekomen die boven het wettelijke minimum uitgaan.
opbouw van vakantierechten
Jij als werknemer verwerft over elke dag dat je werkt een deeltje van je vakantierechten. Indien je nog geen jaar in dienst bent bij je werkgever, heb je recht op een evenredig aantal dagen.
Van dit ‘evenredigheidsbeginsel’ mag alleen bij cao (of bij regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan) worden afgeweken.
Met het voortduren van de arbeidsovereenkomst groeien de vakantierechten van jou als werknemer dus aan tot een volledige vakantieaanspraak.

jij wil vakantie, maar je werkgever niet
Er is momenteel in heel veel sectoren een grote vraag naar goed en vakbekwaam personeel. Het is dus heel goed mogelijk dat je nog niet zolang geleden een nieuwe baan hebt aanvaard. Hoe zit het dan met jouw aanspraak op vakantie?
Dat lichten we graag toe aan de hand van een hypothetische situatieschets als voorbeeld.
Stel, dat je bijvoorbeeld op 1 maart 2025 in dienst bent getreden bij je werkgever voor veertig uur per week. (Er hierbij van uitgaande dat niet bij cao … van evenredige opbouw van vakantieaanspraken is afgeweken).
En stel, dat jij graag de eerste twee weken van juli 2025 op vakantie wil gaan. Maar jouw werkgever komt dat slecht uit. Je werkgever wil dat je jouw vakantie in september opneemt. Bovendien is hij van mening dat je nog geen recht hebt op twee weken (tien werkdagen) vakantie.
En stel nu, dat jij van mening bent dat jouw werkgever verplicht is je desverlangd vakantie te verlenen, terwijl het teveel aan op te nemen vakantiedagen kan worden verrekend met de nog in te verdienen vakantiedagen in juli en augustus 2025.
Wie heeft in dit geval nu gelijk?
Wel nu. Op grond van je wettelijke ‘aanspraak op vakantie’ heb je op 1 juli 2025 recht op 1/3 van twintig dagen = 6 2/3 dagen vakantie. Jouw vakantieaanspraken zijn dus ontoereikend om twee weken vakantie op te nemen.
Pas op 1 september 2025 heb je recht op tien dagen vakantie. In deze situatie zou je werkgever inderdaad extra vakantiedagen kunnen verlenen en loon kunnen uitbetalen bij wijze van voorschot.
De werkgever kán dit, maar is hiertoe niet verplicht! Het is dus een gunst. Het voorschot kan hij dan verrekenen met de nog in te verdienen vakantie.
maar…
De zaak ligt anders als de werkgever de vakantie vaststelt. Bijvoorbeeld in het geval dat de werkgever de eerste twee weken van juli, vanwege bedrijfsvakantie, de deuren sluit. En jij dus verplicht gedurende die twee weken vakantie hebt, terwijl jouw vakantieaanspraken daartoe onvoldoende zijn.
Je behoudt dan je recht op doorbetaling van loon over die 3 1/3 vakantiedag (waarop je nog geen aanspraak hebt). Jouw werkgever mag deze dagen dan niet verrekenen, aannemende dat je bereid bent de bedongen arbeid te verrichten. Hier is het immers de eigen schuld van jouw werkgever dat jij als werknemer niet werkt gedurende een aantal dagen, waartoe jouw vakantieaanspraken ontoereikend zijn.
Heb je vragen over jouw specifieke situatie of twijfels over de toepassing van jouw vakantierechten?
Neem dan gerust contact op met ons als arbeidsrechtspecialist. Wij staan je graag bij met deskundig advies.